Digitale geletterdheid
Hoe zorg je ervoor dat leerlingen hun weg vinden in de veranderende samenleving, waarin digitale technologie en media een steeds belangrijkere plaats innemen? Dat doen wij met onze leerlijn digitale geletterdheid. Deze vormt een doorgaande leerlijn vanaf groep 1, bouwt op in moeilijkheid en loopt door tot in het voortgezet onderwijs.
De vier belangrijkste onderdelen van deze leerlijn zijn:
- ICT-basisvaardigheden
Hoe werkt een digitaal apparaat? Welke knoppen moet je waarvoor gebruiken? En wat zijn de verschillende onderdelen van het apparaat? - Informatievaardigheden
Dit zijn de vaardigheden die je nodig hebt om informatie te zoeken, vinden, beoordelen en verwerken. Is de informatie die je online vindt wel de objectieve waarheid? Of is het subjectieve informatie? - Mediawijsheid
Dit draait om het actief en bewust deelnemen aan de samenleving. We leren onze leerlingen vooral hoe zij informatie in de media kritisch kunnen lezen en beoordelen op waarheid. Ook onderwerpen als cyberpesten komen hierbij aan bod. - Computational thinking
Hoe denkt een computer? Door deze vraag te onderzoeken, leren onze leerlingen de werking van computers beter begrijpen. Ook werken leerlingen hierbij stapsgewijs en logisch aan opdrachten, waardoor zij beter leren zelf problemen op te lossen.
Digitale geletterdheid gaat samen met bijna elke onderwerp in onze lessen. Om er zeker van te zijn dat alle onderdelen van digitale geletterdheid aan bod komen, geven we ook losse lessen in digitale geletterdheid. Dat doen wij met de methode Delta de Draak.
In groep 1/2 zijn deze lessen spelenderwijs van vorm en gaan de lessen over thema’s zoals ‘beroepen’ of ‘het seizoen’. Naarmate je in de hogere groepen komt zijn de lessen steeds concreter van aard en toe te passen op alledaagse (digitale) situaties. Zo vormen we onze leerlingen tot digitaal kundige mensen, burgers en consumenten.